Geschiedenis hypnose

De Duitse arts en astroloog Franz Anton Mesmer (23 mei 1734 – 5 maart 1815) ontdekte het dierlijk magnetisme, later werd dit bekend als mesmerisme. De ontwikkeling van Mesmer ideeën en prakijken leidde tot de ontwikkeling van hypnose. De gedachten en ontwikkelingen van Mesmer werden opgepakt door James Braid en verder uitgewerkt. Hypnose is afkomstig van het Griekse woord Hypnos wat slaap betekent. Een kunstmatig gecreëerde staat van bewustzijn waarin met zeer ontspannen is en geconcentreerd op een bepaald voorwerp.

De arts Jean-Martin Charcot paste de hypnose toe binnen zijn psychiatrische praktijk in Parijs (19de eeuw). Hij toonde aan dat in hypnose de symptomen van hysterie verdwenen. Beide artsen richten zich met hypnose de aandacht op het psyche en daarom kunnen we ze
beschouwen als de voorloper van de theorieën van Sigmund Freud. Freud verving hypnose door vrije associatie en droomstudie. Dit vanwege het feit dat hij niet in staat was te hypnotiseren.

De naam hypnose

Na James Braid zijn er meerdere namen geweest die hypnotherapie meer op de kaart hebben gezet. Ook het verschijnsel hypnose werd breder onderzocht. De naam hypnose klopt echter niet met wat het werkelijk is. Het woord hypnose veronderstelt een slaaptoestand terwijl dat niet zo is. Je slaapt namelijk niet.

Dave Elman is de man die de directe hypnose introduceerde. Als kleine jongen zag hij hoe een vriend van de familie bij zijn zieke vader ernstige pijn verlichtte met behulp van hypnose. Hij besloot dat hij dit wilde gaan leren. In de loop der jaren maakte hij zich
deze technieken eigen, verfijnde ze en ontwikkelde uiteindelijk een bijzonder krachtige vorm van hypnose, die later bekend zou worden als ‘directe hypnose’. Kort, krachtig en zeer effectief. Zijn technieken worden op steeds grotere schaal gebruikt door bijvoorbeeld tandartsen, artsen, gewichtsconsulenten, etc.

Meerdere malen per dag brengen we onszelf in een staat van hypnose (trancestaat), we noemen dit ook wel dagdromen.

Herken je dit?
• Je wordt zo meegenomen in een film dat je schrikt als iemand binnen komt of wat tegen je zegt.
• Je ziet zo diep in een boek dat je alles en iedereen om je heen vergeet.
• Je rijdt in de auto en beseft je dat je een heel stuk van je rit “kwijt” bent.
• Je staat in de lift en stapt uit op de verkeerde etage terwijl je dacht dat je er al was.

Tijdens al deze momenten ben je in een lichte staat van hypnose. 

Hypnose is dan ook een natuurlijk fenomeen. Op het moment dat je in directe hypnose gaat, of in trance, ontspant het bewuste brein wat ervoor zorgt dat het onbewuste brein open staat voor suggesties. Op zo’n moment ben je in een staat van diepe ontspanning of heel erg gefocust op één ding. Hypnose is dus eigenlijk het uitschakelen van je bewuste gedachten.

Onderzoek heeft aangetoond dat er een elektrische verandering plaats vindt op het moment dat iemand in directe hypnose is. Onze breingolven vertragen op het moment dat we in (diepe) hypnose zijn. Er bestaan diverse stadia in de hypnose. Sommige mensen gaan direct in een diepe hypnose, bij andere duurt het iets langer voordat ze deze diepe staat van hypnose bereiken.

Een misverstand over hypnose is dat je, zodra je in hypnose bent, geen eigen wil meer hebt, niet meer zelf kunt denken en dat de ''hypnotiseur'' (hypnotherapeut) de volledige controle heeft over het brein van degene in hypnose. Je moet bij hypnosetherapie niet denken aan de manier waarop hypnose op tv wordt afgeschilderd: “When I snap my fingers, you’ll become a chicken!”

Het is meer een vorm van natuurlijke trance.  In hypnose ben je volledig alert en aanwezig, en ben jij degene die de volledige controle heeft. Directe hypnose en hypnotherapie wordt in de praktijk gebruikt om mensen in hun kracht te zetten, een positieve transformatie te laten ondergaan, verslavingen onder controle te krijgen, angst te verminderen of te laten verdwijnen, trauma’s een plek te geven en te verwerken.